zondag 13 juni 2010

Woordenlijst inspiratie

JURYRAPPORT GRIFFELJURY 2009
De Griffeljury 2009, bestaande uit:
Majo de Saedeleer (voorzitter), Hanneke van den Berg, Inger Bos, Marjolein Hanse en Eva Riem,
heeft de volgende boeken voorgedragen ter bekroning met een Gouden of Zilveren Griffel of een
Vlag & Wimpel. De Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek heeft deze
voordracht overgenomen.
GOUDEN GRIFFEL
Vanaf 9 jaar Het geheim van de keel van de nachtegaal – Peter Verhelst
Uitgeverij De Eenhoorn
ZILVEREN GRIFFELS
Tot 6 jaar Sneeuw! – Komako Sakai
Uitgeverij De Eenhoorn
Agent en Boef – Tjibbe Veldkamp
Uitgeverij Lannoo
Vanaf 6 jaar Ballade van de Dood – Koos Meinderts en Harrie Jekkers
Uitgeverij Lemniscaat
Meneer Papier en zijn meisje – Elvis Peeters
Uitgeverij De Eenhoorn
Vanaf 9 jaar Duivendrop – Dirk Weber
Em. Querido’s Uitgeverij
Informatief Een heel kleine geschiedenis van bijna alles – Bill Bryson
Uitgeverij Atlas
Een halve hond heel denken – Joke van Leeuwen
Em. Querido’s Uitgeverij
Poëzie Spin op sokken – Ted van Lieshout
Uitgeverij Leopold
Opa laat zijn tenen zien – Edward van de Vendel
Em. Querido’s Uitgeverij
VLAG EN WIMPELS
Vanaf 6 jaar Mama Lucinda – Koen Van Biesen
Uitgeverij Abimo
Om acht uur bij de Ark – Ulrich Hub
Uitgeverij Lemniscaat
Vanaf 9 jaar De schaduw van Leonardo – Christopher Grey
Uitgeverij Mynx
Bernie King en de magische cirkels – Daan Remmerts de
Vries
Em. Querido’s Uitgeverij
Ole durft – Tanneke Wigersma
Em. Querido’s Uitgeverij
ALGEMENE INLEIDING
Wij hebben het heel fijn gevonden om onder gepassioneerde lezers over zoveel mooie boeken in
zoveel verschillende genres te kunnen praten. Er waren heerlijke avonturenboeken bij waarvan
sommige puur amusement zijn. Maar ook andere die de donkere kantjes niet schuwen en veel
vertrouwen stellen in de jonge lezers.
We hebben boeken gelezen waar de fantasie, het taalplezier en de poëtische inspiratie vanaf
spat en andere die moeilijke onderwerpen aansnijden zonder dat ze onder de zwaarte van de
problematiek kantelen. We hebben boeken gelezen waar we wat van opgestoken hebben en we
hebben een aantal vertrouwde auteursnamen herkend die ons alweer konden verrassen. Kortom,
we hebben met veel plezier vastgesteld dat de oogst aan origineel Nederlands en Vlaams werk dit
jaar bijzonder rijk is.
En daarom was het werk van de Griffeljury niet alleen bijzonder fijn, maar ook bijzonder
moeilijk. Want van een jury wordt verwacht dat ze keuzes maakt en die waren soms
hartverscheurend. Er is hevig gediscussieerd en we waren het lang niet altijd met elkaar eens, want
er was méér dan één zilveren boek met een gouden randje.
Er moet ons nog iets van het hart. De Griffeljury 2009 heeft wel eens verzucht: ‘Als wíj de
Penseeljury waren, dan….’ Want veel van de boeken die wij in handen kregen, zijn niet alleen
knap geschreven maar ook bijzonder mooi geïllustreerd. Soms was het resultaat zo’n perfecte
symbiose dat helemaal niet meer duidelijk was wie wie inspireerde. De schrijver, de illustrator of
de illustrator, de schrijver.
De Griffeljury is de Penseeljury niet, maar wij hebben in de juryverslagen onze waardering
voor de illustratoren niet onder stoelen of banken gestoken. Het zou zijn alsof je – Aan tafel! - de
smaak en de geur van een gerecht uit elkaar haalt. En bovendien willen wij allen kinderen toch
alleen maar het allerbeste aanbieden. Op elk gebied.
GOUDEN GRIFFEL
Categorie vanaf 9 jaar
Het geheim van de keel van de nachtegaal
Auteur: Peter Verhelst
Illustrator: Carll Cneut
Uitgever: Uitgeverij De Eenhoorn
“Het is niet makkelijk om in de top van een boom met gesloten ogen iemand te vertrouwen”
Of
“Als je er goed over nadenkt, is alles ingewikkeld en onnozel tegelijk”
Of nog
“U hebt alles al, zei de kamerheer, waarom zou u dan minder willen”
Al lezend ontdek je in Het geheim van de keel van de nachtegaal voortdurend juweeltjes van
zinnen die je uit het hoofd wil leren en om ze vooral niet te vergeten aan zou willen strepen met
een potlood, als het boek je daar met zijn gave schoonheid niet van weerhield.
In een betoverend sprookje, bekend in de versie van Hans Christian Andersen, brengen de auteur
en de illustrator met een weelde aan woorden en beelden – verbaal én grafisch– een ode aan de
eenvoud en de onschuld, aan wat waar is en écht.
In superlatieven, extremen en contrasten wordt de macht van de keizer beschreven en de weelde
van het hof. Daar bewegen zich de hovelingen, dom, slaafs en smakeloos. In schril contrast
daarmee staat de slimheid, de moed, de levensvreugde en de waarachtigheid van het kleine meisje,
de verteller van het verhaal.
Het geheim van de zang van de nachtegaal is niet te doorgronden met vergrootglazen en
meetinstrumenten, het zit niet in een mechaniekje zoals dwazen denken. Het geheim zit erin de
moed niet op te geven, een vlammetje brandend te houden, niet op de grond te gaan liggen om
jezelf te beklagen, maar in de hoogste boom te klimmen om boven de wolken uit te kijken. De
stilte van Het Verdriet en de moedeloosheid moet doorbroken, desnoods met brullen en
schreeuwen, maar bij voorkeur met gezang.
Het geheim van de keel van de nachtegaal is een boek dat zingt. De vlammende liefde waarmee
auteur, illustrator, vormgever, drukker en uitgever er aan hebben gewerkt laten het laatste restje ijs
in het hart van de jury smelten.
“ Oh jee”, zei hij (de Keizer).
“ Jee, jee, jee, “ zei ik (het meisje).
Hoewel dit boek alles al heeft, te weten: alle prijzen al heeft gekregen, nu ook nog niets minder
dan een Gouden Griffel voor Het geheim van de keel van de nachtegaal van Peter Verhelst en de
zijnen.
ZILVEREN GRIFFEL
Categorie tot 6 jaar
Sneeuw!
Auteur: Komako Sakai
Vertaling: Siska Goeminne
Uitgever: Uitgeverij De Eenhoorn
Bij sneeuw denk je aan niet alleen aan kou, maar ook aan warme chocolademelk en aan
ongeduldige kinderen die niet kunnen wachten om door de zachte sneeuw te rollen.
Ingrediënten die doorgaans een vrolijk winterverhaal opleveren. Sneeuw! van de Japanse
auteur en illustrator Komako Sakai bevat deze ingrediënten ook, maar laat behalve de
opwinding juist ook de beklemming van een sneeuwwereld zien. Sneeuw maakt de wereld
om je heen anders dan anders en dat heeft Sakai heel treffend weten te vangen in haar
prentenboek.
Een jong konijntje wordt op een ochtend wakker en ziet dat het aan het sneeuwen is. De
hele dag blijft het sneeuwen en al die tijd is het konijntje aan het wachten. Dan duurt zo’n
dag erg lang, zeker nu papa door het slechte weer niet naar huis kan komen.
Met een goed doordachte woordkeus en een evenwichtige opbouw dringen de beelden van
zowel de verstilde wereld als van het ongeduldige konijntje meteen tot je door. De warmte
tussen moeder en kind zit in een enkel woord en is door de hele tekst verweven. ‘Het is alsof
we alleen op de wereld zijn, mama.’ Sakai bouwt in Sneeuw! de spanning op in het tempo
van traag vallende sneeuwvlokken, waardoor de ontlading des te groter is. De eenvoudige
tekst wordt ondersteund en versterkt door de sobere, sfeervolle schilderingen die ook van
Sakai zijn. Kleurgebruik, techniek en compositie maken van Sneeuw! geen mierzoet, maar
juist een teder, indringend verhaal.
Voor haar debuut in het Nederlands taalgebied, Mama, jij bent de liefste, ontving Komako
Sakai in 2006 een Boekenwelp en een Zilveren Griffel. De Griffeljury had toen een
vooruitziende blik: ‘Komako Sakai heeft in Japan elf prentenboeken uitgebracht en alleen
Mama, jij bent de liefste is in het Nederlands vertaald. De jury is erg benieuwd naar haar
andere werk. Als het net zulke herkenbare én tegendraadse prentenboeken zijn als Mama, jij
bent de liefste, zal het wellicht niet bij deze Zilveren Griffel blijven.’
Voor de Nederlandse vertaling van haar prentenboek Sneeuw! krijgt Komako Sakai nu
opnieuw een Zilveren Griffel.
ZILVEREN GRIFFEL
Categorie tot 6 jaar
Agent en Boef
Auteur: Tjibbe Veldkamp
Illustrator: Kees de Boer
Uitgever: Uitgeverij Lannoo
Agent en Boef hebben een prima afspraak met elkaar: ‘Boef zit in de gevangenis. Agent zorgt dat
Boef niet ontsnapt.’ Ze maken er samen het beste van. De cel van Boef ziet er uit als een
huiskamer, terwijl Agent, met een schortje voor, aan de andere kant van de tralies aan het strijken
is. In de hoek ligt Politiehond in zijn mand en aan de muur hangt een portret van de jonge Boef.
Wanneer Boef Agent uitnodigt om in de cel te komen kijken naar zijn plakwerkje, weet Boef te
ontsnappen.
Agent en Boef is opnieuw een coproductie van auteur Tjibbe Veldkamp en illustrator Kees de
Boer. Hun eerste samenwerking resulteerde in Tim op de tegels (2004), waarvoor de auteur niet
alleen een Pluim van de maand, maar ook de Kinderboekwinkelprijs heeft ontvangen. Daarna
volgden nog een aantal andere prentenboeken van het duo. En nu is er Agent en Boef, alweer een
heel origineel prentenboek waarin de spitsvondige tekst van het slapstickachtige verhaal geen
woord te veel vertelt en de illustraties laat spreken.
Op die dynamische illustraties in verschillende formaten, die zo in een tekenfilm kunnen, is heel
veel te zien. Agent die door het park holt met de deurmat van de cel, waar ‘welkom’ op staat, nog
onder zijn voet; op het bankje in het park zit een verliefd stelletje zoenend aan elkaar geplakt; een
jongetje probeert te voetballen maar zijn bal plakt aan zijn schoen, …
Tjibbe Veldkamp weet de lezer met zeer weinig woorden mee te slepen in een kolderieke
achtervolging waarbij je continu op het verkeerde been wordt gezet. Het verrassende einde van het
verhaal tovert vervolgens een nog bredere glimlach op je gezicht.
Agent en Boef is geen zwaar verhaal of een mooi verpakte moralistische les. Het is een goed
vertelde grap. Het prentenboek heeft dit jaar al een Leespluim gekregen en is één van de tien
prentenboeken die centraal staan tijdens De Nationale Voorleesdagen van januari 2010. De
Griffeljury wil daar graag een Zilveren Griffel aan toevoegen.
ZILVEREN GRIFFEL
Categorie vanaf 6 jaar
Ballade van de Dood
Auteur: Koos Meinderts en Harrie Jekkers
Illustrator: Piet Grobler
Uitgever: Uitgeverij Lemniscaat
De kleur en de vrolijkheid van het hof wordt overschaduwd door de sombere gedachten van de
koning. Hij verdraagt het niet dat iets aan zijn macht en zijn kennis ontsnapt – daar is hij een
koning voor – en alle geleerden, de knappe en de opportunisten, worden opgetrommeld om het
geheim te doorgronden en een oplossing te bedenken. Het probleem: de koning is bang om dood
te gaan.
De onderliggende gedachte is niet origineel en de auteurs eisen ook geen originaliteit op. Ze
noemen hun verhaal ‘een ballade’. Zoals steeds gaat het ook hier in de eerste plaats om hoe een
verhaal verteld wordt, veeleer dan om wat er verteld wordt. Er is de fijne tekening van de
karakters, de wijsheid van het verhaal, de knipoogjes naar de menselijke zwakheden, maar bovenal
de zwier van de taal, het dansende rijm, het uitbundige ritme van woord en beeld.
Het uiteindelijke inzicht is dat een leven zonder de dood geen leven ís, en dat iedereen uiteindelijk
gaat verlangen naar ‘de rust van het graf’. Maar die wijsheid wordt gekruid met de ironie dat
niemand de eerste wil zijn om het loodje te leggen.
De dood is voor auteurs altijd al een fascinerend thema geweest, maar het mag wonderlijk heten
hoe ook de auteurs van kinderboeken de laatste jaren het onderwerp ter sprake brengen.
In deze Ballade van de Dood geen stervende grootouders, familieleden of huisdieren, maar de
afstand van de ballade en antropomorfe dieren. En net als bij het vorig jaar bekroonde boek van
Wolf Erlbruch ook hier een vriendelijke, onschuldige, zelfs zorgzame voorstelling van de dood.
Een Zilveren Griffel voor een uitbundig boek over de lichtheid van de dood.
ZILVEREN GRIFFEL
Categorie vanaf 6 jaar
Meneer Papier en zijn meisje
Auteur: Elvis Peeters
Illustrator: Gerda Dendooven
Uitgever: Uitgeverij De Eenhoorn
Liefde is... loslaten. Er zijn genoeg scheurkalenders te vinden waarop deze spreuk uitgebeeld
wordt. In Nederland en België is er sinds 2008 ook een prentenboek waarin deze wijsheid heel
subtiel is verwerkt. Elvis Peeters gebruikte dit thema voor zijn derde boek over Meneer Papier:
Meneer Papier en zijn meisje.
Peeters debuteerde in 2001 als kinderboekenschrijver met Meneer Papier gaat uit wandelen, dat
hij voor zijn zoontje schreef. In 2003 volgde Meneer Papier is verscheurd. Is het eerste boek nog
speels van thematiek, het tweede wordt al iets zwaarder. Daarin voelt het papieren mannetje zich –
letterlijk – verscheurd als hij niet kan kiezen tussen de verschillende dingen die hij kan gaan doen.
In Meneer Papier en zijn meisje wordt die thematiek nog verder ontwikkeld.
Meneer Papier zit op een zonnige dag op een bankje in het park als er een foto voorbij waait. Als
de foto weg is, herinnert meneer Papier zich het meisje dat op de foto stond. Uit een groot geel
transparant blad papier knipt hij voor zichzelf zijn droommeisje. Ze komt tot leven en begint om
zich heen te kijken. Wanneer het meisje weg wil, merkt Meneer Papier dat hij het meisje heel graag
bij zich wil houden. Hij knipt achtereenvolgens haar voeten en armen af. Het meisje kan geen kant
meer op en ze kan niets meer betekenen voor meneer Papier.
Het volwassen en abstracte thema, liefde is loslaten, is door Elvis Peeters, samen met illustrator
Gerda Dendooven, heel concreet voorgesteld. De keuze voor de uitbeelding van de personages in
een papier collage, de eenvoudige - zelfs staccato- zinsbouw, de herhalingen, de keuze van een
lettertype dat aandoet als het handschrift van een kind, de luchtige vormgeving, de doordachte
kleurkeuze, allemaal draagt het ertoe bij om te voorkomen dat het ernstige thema sentimenteel of
zwaarwichtig wordt. Aan de oppervlakte is er iemand vrolijk op los aan het knippen, plakken en
creëren. Daaronder ligt de vertelling over het zelf creëren en niet kunnen loslaten van je liefde.
De kinderen lezen vast niet hetzelfde verhaal als de volwassenen. En zo is het goed.
ZILVEREN GRIFFEL
Categorie vanaf 9 jaar
Duivendrop
Auteur: Dirk Weber
Uitgever: Em. Querido’s Uitgeverij
Bijzondere vriendschappen zijn vaker onderwerp van een verhaal. Een goed verhaal werpt echter
een nieuw licht op zo’n vriendschap en dat is precies wat Duivendrop van Dirk Weber doet. In
eerste instantie is die vriendschap nog niet aanwezig en wordt eerst ik-figuur Alexander in alle rust
neergezet. Deze 11-jarige jongen die met zijn ouders door een erfenis in een statig huis in een
chique buurt is komen te wonen, houdt net als zijn vaak afwezige vader van duiven. Alex’ strenge,
dogmatische moeder doet er alles aan om hem een goede toekomst te bezorgen; dat betekent
dansles in de huiskamer en etiquetteles van de buurvrouw voor wie Alex in ruil veel klusjes moet
doen.
Als Alex’ eerste eigen duif, Blanche, niet terugkeert van een vlucht, gaat hij haar zoeken. Achter de
muur van een allang gesloten kazerne hoort hij duiven koeren. Hij weet bijna zeker dat Blanche
daar óók is en probeert haar te lokken met voer. Zo ontmoet hij de geheimzinnige Jules, een
jongen die in de kazerne blijkt te wonen en ook graag een duif als huisdier wil. Eerst is Alexander
bang dat Jules duif Blanche gevangen zal houden, maar langzaam maar zeker leren de jongens
elkaar kennen en ontstaat er een vriendschap.
De jongens snappen lang niet alles van elkaars leven, maar ze accepteren elkaar. Eerst tasten ze
elkaar voorzichtig af door vragen te stellen en door te vertellen, later stappen ze elkaars wereld
binnen.
Dirk Weber laat met helder en sober taalgebruik prachtig zien hoe twee jongens die een heel
verschillende achtergrond hebben gefascineerd raken door elkaars leven. Hun situatie mag dan
verschillen, het resultaat is voor beiden hetzelfde: ze zitten opgesloten door de regels van hun
opvoeders en kennen weinig vrijheid. Het verbindende element tussen hen, de duiven en later de
duivendrop, staat juist symbool voor vrijheid.
Weber zet met die jongens twee sterke karakters neer die beetje bij beetje van elkaar leren en zo
groeien. En de lezer leert met hen mee. Nergens wordt expliciete uitleg of een oordeel gegeven.
Weber laat genoeg ruimte over om, net als de twee jongens, zélf vragen te stellen.
Dirk Weber ontving in 2006 een Vlag en Wimpel van de Griffeljury voor Kies mij!. Dit jaar
bekroont de Griffeljury zijn boek Duivendrop met een Zilveren Griffel met een gouden randje.
ZILVEREN GRIFFEL
Categorie informatief
Een heel kleine geschiedenis van bijna alles
Auteur: Bill Bryson
Vertaling: Ronald Vlek
Illustrator: Yuliya Somina
Uitgever: Uitgeverij Atlas
Na het succes van Brysons Een kleine geschiedenis van bijna alles voor volwassenen, kon een boek
over het ontstaan van de wereld, het heelal, de evolutieleer en de essentie van de exacte
wetenschappen voor de jeugd, niet uitblijven.
Kinderen zijn gek op informatie en de diverse reeksen die op dit moment verkrijgbaar zijn, spelen
goed in op die behoefte. Van de Romeinen tot dinosaurussen. Van vliegtuigtechniek tot
sterrenkunde. Er is van alles te krijgen voor de kleine onderzoeker. De meest essentiële vragen -
die over het ontstaan van het heelal en de aarde - worden wel vaker behandeld in informatieve
boeken. Maar zo uitvoerig, humoristisch en begrijpelijk zoals Bryson dat doet in Een heel kleine
geschiedenis van bijna alles, kom je niet vaak tegen.
Op chronologische wijze vertelt Bryson de geschiedenis van het ontstaan van de wereld en de
belangrijkste gebeurtenissen van het leven op aarde. Hij wisselt natuurfenomenen af met
belangrijke mensen en hun ontdekkingen. Stapje voor stapje word je begrip in het hoe en waarom
van onze wereld bijgebracht. Wil je weten waarom we nu leven zoals we nu leven, waarom het er
om ons heen zo uitziet als het nu doet? Bryson vertelt beetje bij beetje over de bouwstenen. Van
de kleinste molecule, via belangrijke ontdekkingen tot de grote oorlogen.
We horen zowel wat er gebeurd is als wel hoe het komt dat we dit weten. En dat allemaal
ondersteund door leuke strips en illustraties van bijvoorbeeld de atomen of de Griekse goden en
visuele grapjes om de tijd aan te duiden.
Al snel kunnen boeken over dit thema verzanden in complex taalgebruik en saaie verhandelingen.
Bryson houdt je bij de les en pakt je aandacht met raadseltjes om de hersenen aan de gang te
houden. Ook de vergelijkingen die hij gebruikt, maken de behandelde materie begrijpelijk. Hij
schrijft onderhoudend en neemt de lezer serieus.
ZILVEREN GRIFFEL
Categorie informatief
Een halve hond heel denken
Auteur: Joke van Leeuwen
Uitgever: Em. Querido’s Uitgeverij
Dat Joke van Leeuwen anders kijkt dan de meeste mensen is in dit gezelschap geen nieuws. Omdat
ze – alweer! - wat ze ziet in woorden en beelden giet die onze vertrouwde taal verrassend
inkleuren en onze esthetische waarden luchten, krijgt Joke van Leeuwen voor Een halve hond heel
denken voor de tiende keer een Griffel.
Die tiende Zilveren Griffel is er een voor non-fictie werk. Want jazeker, er valt veel op te steken
van dit boek. Je krijgt als lezer de regels: van het perspectief, van de gulden snede, van het gebruik
van de kleuren, ... Je krijgt de bevindingen van de wetenschap: hoe onze ogen werken bijvoorbeeld
en hoe onze hersenen onze ogen voor het lapje houden. Je verneemt iets over de geschiedenis van
de kunst, over de wonderen van de fotografie, over schoonheidsidealen die veranderen, over
reclame die dingen mooier maakt en zelfs vervalst.
Maar Joke van Leeuwen is geen schoolfrik. Misschien wel een leraar. Een échte dan. Ze is nooit
expliciet, altijd suggestief, met veel ruimte voor eigen hersenwerk. Ze is nooit betweterig, altijd is
er een knipoog. Ze kiest geen begane paden, maar is altijd origineel. Ze zit nooit op haar hurken
bij een kind, want ze weet als geen ander dat het gemiddelde kind niet bestaat en dat ieder kind
met zijn eigen rugzakje komt, volgeladen of schrijnend leeg.
Joke van Leeuwen zélf kan halve honden heel denken. Dat staat vast. Al weet je nooit helemaal
zeker hoe zo’n hond er in haar hoofd dan uitziet en zelfs niet hoeveel verschillende hele honden ze
ziet.
Je moet bijzondere ogen hebben om te kijken zoals Joke van Leeuwen kijkt.
Je moet een bijzondere stem hebben om kinderen en volwassenen steeds weer te verrassen met wat
je ziet en met de manier waarop je dat verder vertelt.
Je moet een bijzonder hart hebben om kinderen het vertrouwen te geven dat hun eigen oogvogel
de allermooiste is en hen krachtige vleugels geeft om de wereld te verkennen.
ZILVEREN GRIFFEL
Categorie poëzie
Spin op sokken
Auteur: Ted van Lieshout
Illustrator: Sieb Posthuma
Uitgever: Uitgeverij Leopold
Na het succesvolle en voor De Gouden Uil 2007 genomineerde Van Ansjovis tot Zwijntje, hebben
Van Lieshout en Posthuma elkaar opnieuw gevonden in het nu met een Zilveren Griffel
bekroonde prentenboek Spin op Sokken. Voor Spin op sokken schreef Ted van Lieshout een reeks
nieuwe gedichten, die wederom prachtig zijn geïllustreerd door Sieb Posthuma.
Van Lieshout dicht alsof hij een raadsel vertelt. Je moet erbij blijven, het nog eens nalezen en dan
ontdek je de gelaagdheid in zijn taalgebruik en beeldspraak. Van Lieshout relativeert en geeft
lucht aan soms zware kost. De enge spin die op sokken voorbij sluipt, stiller dan stil, en dan heel
hard BOE roept. Het schrijvertje dat niet lezen kan, het jongetje dat zijn opa iets leert over
doodgaan en hoe nietig je wel niet bent in het ‘grote’ dat ons omringt.
Posthuma vormt hierbij de gedroomde partner, want zijn illustraties nodigen uit tot onderzoek, je
raakt in gedachten verzonken en associeert er zelf verder op los. Dat ene visje met het brilletje, de
vreemde vogel die net op zijn kop hangt, de tien lakeien in de vorm van getallen waarvan nummer
drie met zijn omgekeerde 3 een bolle buik vormt, en natuurlijk het immer terugkerende spinnetje!
Het spel met taal, de herhaling en opeenvolging zie je terug in zowel woord als beeld. Het tellen is
een centraal thema dat in allerlei gedaantes aan bod komt. Zeven popjes, tien lakeien, negen
golfjes, drie nonnetjes, drie kusjes en de acht poten van de spin! Je vraagt je soms af hoe Posthuma
het allemaal op heeft papier gekregen.
Dat cijfers en letters ook grafisch een bron tot dichten zijn, zie je terug in het gedichtje ‘1 2tal
3lingen’. Van Lieshout speelt met taal en daagt Posthuma uit om zijn beeldspraak te verbeelden.
Nergens merk je dat er sprake is van wedijver. Spin op sokken is een mooi symbiotisch werk.
Dat spreekt misschien nog wel het meest toepasselijk uit het gedichtje over het schrijvertje. Het
schrijvertje schrijft cirkels in het water, maar kan niet lezen. De lezer zegt: ‘O, o, o, o, o, o, o!
Mooi geschreven! Bis! Bravo!’
ZILVEREN GRIFFEL
Categorie poëzie
Opa laat zijn tenen zien
Auteur: Edward van de Vendel
Illustrator: Floor de Goede
Uitgever: Em. Querido’s Uitgeverij
In de stripgedichten van Van de Vendel en De Goede komen er heel wat van die doordenkertjes
aan bod. Veel gedichten gaan over wat als-momenten. Het jongetje dat fantaseert over het
misschien wel radiografisch bestuurbare hondje van zijn buurjongen. Om te concluderen dat het
eigenlijk onduidelijk is wie er hier nu wie bestuurt: het buurjongetje het hondje, het hondje het
buurjongetje of hijzelf die zo aandachtig kijkt? Of het meisje dat tijdens het benzine tanken een
nieuwe man voor haar moeder fantaseert en erachter komt dat haar moeder nog helemaal niet toe
is aan haar fantasieën en in huilen uitbarst.
Zelfkennis is een ander thema. Personages die in staat zijn zichzelf met de nodige ironie te
bekijken. Het voetballertje dat niet zo goed kan voetballen en weet dat hij het door zijn
eigenwijsheid ook niet snel zal leren. De tekeningen van De Goede geven humor en dynamiek aan
de gedichten. Vaak overstijgen de tekeningen het kenmerkende van een eenvoudige strip.
Sommige zijn ware kunstwerkjes waarin je heel duidelijk het samengaan van beeld en taal ziet. In
Mijn oma en mijn zusje is de storm mooi en krachtig afgebeeld. Het opwaaiende jasje van het
meisje roept spanning op. Zal ze echt naar haar oma luisteren en naar binnen gaan? Het is zo mooi
buiten. Als lezer wil je dat ze daar blijft en ze zich laat overdonderen door het natuurgeweld.
Een aantal gedichten zijn oprecht ontroerend. Het kindje dat bij moeder wegkruipt en niet zeker
weet of moeder nu lacht of huilt, tegen haar aan kruipt en samen met haar verdwijnt in een blije of
verdrietige bui. Het maakt niet uit , als ze maar samen zijn.
In een stripgedicht komen poëzie en beeld bij elkaar om datgene dat verteld wordt meer kracht bij
te zetten. Een strip stelt je in staat om je sneller te identificeren met de soms filosofische
gedachtegang van de dichter. Een vondst als het om poëzie voor de jeugd gaat en vooral voor de
lezers die soms moeite hebben met gedichten.
Vlag en Wimpel
Categorie vanaf zes jaar
Mama Lucinda
Auteur: Koen Van Biesen
Uitgever: Uitgeverij Abimo
Een cd bij een jeugdboek stoppen lijkt inmiddels haast een trend te zijn geworden en lang niet
altijd voegt zo'n cd wat toe. Dat is wel het geval bij Mama Lucinda, waarop Veerle Baetens zowel
de tekst als de liedjes van Koen van Biesen voordraagt over deze bijzondere mama met haar
scherpe, puntige hoektanden. Wie naar haar voordracht luistert, durft daarna amper het boek nog
zelf voor te lezen. Zo mooi is het gedaan.
Inhoudelijk heeft Mama Lucinda wel wat weg van The Adams Family, compleet met vreemde
butler. Ook de vanzelfsprekendheid waarmee het meisje, de vertelster in dit boek, haar situatie
beschrijft, doet wel wat denken aan deze griezelig goede tv-serie. Goed, het kind heeft een
doodskist als bedje, maar dat is toch mooi? En dat vriendje dat ooit kwam spelen, maar toen
opeens zoek raakte. Dat was wel gek. Maar de soep, met die brokjes en stukjes, smaakte wel
bijzonder goed.
Koen van Biesen maakte niet alleen de tekst, maar ook de illustraties. Dubbeltalenten als hij
moeten gekoesterd worden. Is de tekst al zo betoverend, de tekeningen doen daar nog een schepje
bovenop. Misschien is het een voordeel om zelf de illustraties bij je teksten te kunnen maken. Je
weet dan in ieder geval exact de juiste sfeer te scheppen, indien je over een talent als dat van Van
Biesen beschikt natuurlijk.
Mama Lucinda is een bijzonder, apart verhaal, van een koppel om in de gaten te blijven houden.
Vlag en Wimpel
Categorie vanaf zes jaar
Om acht uur bij de Ark
Auteur: Ulrich Hub
Vertaling: Tjalling Bos
Illustrator: Jörg Mühle
Uitgever: Uitgeverij Lemniscaat
Ergens in een wit landschap staan drie pinguïns. Ze stinken naar vis en ze geven elkaar een schop,
want pinguïns schoppen altijd terug! En al snel is er ruzie. Zo gaat dat dag in, dag uit. Totdat op
een dag twee van de drie pinguïns, bezoek krijgen van een dikke, witte duif. De duif wil met ze
over God praten. Die is het gezeur en geruzie op aarde zat en wil met een zondvloed de hele aarde
schoonspoelen. Maar om niet alle leven op aarde te vernietigen heeft hij een plan met een ark. De
duif weet te melden dat er op die reddende ark nog twee plaatsen vrij zijn. Of de pinguïns dus
maar snel hun spullen willen pakken.
De twee pinguïns zien een mogelijkheid om de derde – minder brave – pinguïn mee te smokkelen
aan boord. Hij is tenslotte hun vriend – misschien wel hun kind - en pinguïns zijn altijd met zijn
drieën. De duif is op zijn beurt bezig met de vraag wat hij toch vergeten is? Pas aan het eind van
het verhaal blijkt dat hij zelf verzuimd heeft naar een partner, een tweede duif, te zoeken. Hoe
moet hij nu een bijdrage leveren aan de nieuwe wereld?
Om acht uur bij de ark is grappig. Maar ook filosofische vragen rijzen op bij de pinguïns: wie is
God dan wel om dit te doen? En wat gebeurt er met de rest van de dieren op aarde? En weet God
wel zeker dat dit de oplossing is? Hierop volgen herkenbare en geestige discussies.
Het verrassende van het boek is dat niemand na de tocht in de ark heel erg veranderd is. De
pinguïns hebben nog steeds hun zelfde slechte en goede kanten als bij het begin. Maar ze zien wel
in dat liefde uiteindelijk alles overwint, ook al is het niet helemaal met degene die ze zich hadden
voorgesteld. Kortom, een mooi boek over de ongrijpbaarheid van het geloof en de waarde van
echte vriendschap en liefde.
Vlag en Wimpel
Categorie vanaf negen jaar
De schaduw van Leonardo
Auteur: Christopher Grey
Vertaling: Inge Pieters
Uitgever: Uitgeverij Mynx
Een goed historisch verhaal is er een waaruit je wat leert over het verleden. Een uitstekend
historisch verhaal is er een waaruit je wat opsteekt over het verleden én over jezelf.
Zo’n verhaal is De schaduw van Leonardo van Christopher Grey. Leonardo da Vinci is een
fascinerende figuur. Zelf wetenschapper en kunstenaar – en uitvinder - heeft hij op zijn beurt weer
talloze wetenschappers en kunstenaars geïnspireerd en dat doet hij nu al meer dan vijf eeuwen
lang.
De schaduw van Leonardo is gesitueerd in Milaan bij het begin van de 16de eeuw, waar Leonardo
in dienst is van de hertog. Liever dan het zoveelste – historische of mythische - verhaal over
Leonardo zélf te vertellen, kiest Christopher Grey diens knechtje, Giacomo, als centrale figuur.
Daardoor kan de lezer door de ogen van de jongen nieuwsgierig en verbaasd meekijken naar de
bezigheden en opvattingen van zijn meester, naar de grote sier van het hof, de politieke intriges, de
invloed van de kerk, de geheimen van de alchemie, de welstand en de ijdelheid van de burgerij en
de stinkende armoe in de stad.
Giacomo is een ondernemende en avontuurlijke jongen, soms dapper, soms laf. Hij zet de
waarheid al eens naar zijn hand en hij denkt meer dan hij uitspreekt. Hij is in staat tot liefhebben
en hij wordt gemakkelijk verliefd. Bovenal heeft hij zo zijn dromen die hij maar al te graag voor
werkelijkheid neemt. Dat Leonardo wel eens zijn vader zou kunnen zijn bijvoorbeeld.
Er zijn in De schaduw van Leonardo genoeg geheimen te ontrafelen, beloftes in te lossen,
bedreigingen te overleven, gevoelens te gissen, er is genoeg liefde te bedelen. En te krijgen. Zelfs
zonder wensvervullend happy-end. En meer dan genoeg om nieuwsgierig te worden naar het
genie van Leonardo da Vinci, zijn kunst, zijn kennis en zijn tijd en … verder te lezen.
Vlag en Wimpel
Categorie vanaf negen jaar
Bernie King en de magische cirkels
Auteur: Daan Remmerts de Vries
Uitgeverij: Em. Querido’s Uitgeverij
Als illustrator en schrijver heeft Daan Remmerts de Vries al vele serieuze en minder-serieuze
boeken gemaakt. Hoewel hij niet altijd de makkelijkste weg kiest voor zijn lezers, kennen zijn
boeken veel succes en worden ze veel gelezen. Met het boek Bernie King en de magische cirkels
kiest hij voor een luchtige aanpak.
Het boek ademt de sfeer en humor van een fantastisch verhaal. Bernie, een kleine kwajongen met
apenstreken, vindt op een dag een slak met handjes. Als ook de lucht snel van kleur verschiet, zijn
grap met een tuinkabouter hem zelf verbaast en er kinderen op mysterieuze wijze verdwijnen, gaat
Bernie op onderzoek uit. Al snel verdenkt hij zijn nieuwe buurvrouw ervan dat ze iets te maken
heeft met de rare gebeurtenissen. Als hij haar huis binnendringt, komt hij er nog goed vanaf.
Althans, dat denkt Bernie. Totdat hij opeens een staart heeft. De kleine aap verandert langzaam in
een echte aap! De buurvrouw? Zij moet wel een heks zijn!
Wat volgt is een onderhoudende en humoristische vertelling over de successen van Bernie die als
aapjongen van boom naar boom slingert. Ook al omdat Bernie in zijn nieuwe gedaante al snel
door zijn verachtelijke familieleden wordt uitgebuit hunkert hij naar opheldering van het mysterie.
Samen met zijn beste vriendin en zijn zus ontdekt hij het geheim van zijn buurvrouw.
Inmiddels weet hij hoe het voelt om ‘anders’ te zijn en ziet hij de dingen door een nieuwe bril.
Zijn vriendin Tessa is ‘voor een meisje’ best wel slim en zijn zus is eigenlijk wel lief!
Bernie King en de magische cirkels is een leuk, spannend en humoristisch boek. Wat aanvankelijk
nog zou kunnen lijken op slim toegepast jatwerk, blijkt naarmate je verder leest, een prachtige ode
aan Roald Dahl, met een knipoog en een diepe buiging voor deze meester van de absurde humor.
Vlag en Wimpel
Categorie vanaf negen jaar
Ole durft
Auteur: Tanneke Wigersma
Uitgeverij: Em. Querido’s Uitgeverij
Tanneke Wigersma debuteerde in 1999 met Mijn zusje is een vampier, een boek waar ze nu zelf
niet meer zo tevreden over is. Vier jaar later verscheen een prentenboek van haar hand waarvoor
ze zowel de tekst als de illustraties verzorgde. Daarna volgt er bijna jaarlijks een nieuwe titel. Ook
de illustratie op het omslag van haar zesde boek, Ole durft, heeft Wigersma zelf gemaakt. Daarop
is onder andere een superheld met de kenmerken van een havik te zien. Het is deze stripheld
Havikman die als alter ego fungeert voor de werkelijke held van het verhaal, Ole.
Met een titel als Ole durft lijkt het alsof Ole het voor elkaar heeft. Het wordt al snel duidelijk dat
Oles moeder is overleden en dat hij en zijn vader Bram net verhuisd zijn. Ole moet in zijn nieuwe
woonplaats voor het eerst naar school. Hij heeft er geen zin in en weet zijn vader zodanig om de
tuin te leiden dat hij niet hoeft te gaan. Zodra zijn vader weg is, komt Ole uit bed, neemt chips als
ontbijt, gaat uitgebreid in bad en bestelt daarna shampoo tegen kaalheid en raamdwergen via de
telefoon. Ole is een jongen die net als zijn stripheld Havikman dúrft. Dat blijkt ook als hij een
konijn voor een auto vandaan redt en door het konijn met de vreemde overbuurvrouw Rosa in
contact komt. Ole durft veel, maar er is één ding dat hij niet durft: naar school gaan.
Elke dag verloopt voor Ole hetzelfde: hij bedenkt een smoes waardoor hij niet naar school kan en
gaat vervolgens naar Rosa. Deze overbuurvrouw heeft straatvrees en durft nog geen stap buiten de
deur te zetten. Ole wil haar als een echte Havikman helpen en weet haar te verleiden om naar
buiten te komen en elke dag iets verder van huis te gaan. Ondertussen levert Ole zijn eigen strijd
met zijn vader en zijn verdriet.
Tanneke Wigersma zet met Ole durft een prachtig klein verhaal met grote emoties neer. Zoals bij
een toneelstuk waarin maar drie mensen meespelen en waarvoor maar één decorstuk wordt
gebruikt, ligt de aandacht van dit verhaal volledig bij de ontwikkeling van de personages. In
alledaagse taal en zonder enige vorm van drama bouwt Wigersma de spanningsboog rond Ole en
Rosa op. Het levert een sfeervol, warm en ontroerend verhaal op waarin de humoristische
boventoon voor de juiste balans zorgt. Voor de Griffeljury redenen genoeg om een Vlag en
Wimpel toe te kennen aan Ole durft.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten